
Door Annemieke van Roekel
Gepubliceerd in Gea december 2020
Geologische fietsexcursie Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijngebied, door Jeroen Schokker en Wim Dubelaar. 42 pp. Geologische Dienst Nederland (GDN), onderdeel van TNO, 2020. Bevat een uitvouwbare excursieroute. Verkrijgbaar bij de VVV Wijk bij Duurstede en VVV Houten. Tekst en route is hier te downloaden.
Enige geologische kennis leidt ongetwijfeld tot het beter herkennen van allerlei fenomenen in een landschap. In Nederland is die kennis geen overbodige luxe, omdat in ons land vanwege de geringe hoogteverschillen en het ontbreken van ontsluitingen de geologie grotendeels verborgen blijft, met name voor het ongeoefende oog. Het is daarom een goed initiatief van de Geologische Dienst Nederland om een brochure samen te stellen, waarmee geologische, maar daarnaast ook geografische fenomenen worden uitgelegd en beter zichtbaar worden in het landschap. Deze brochure – die deel uitmaakt van een reeks – richt zich op de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijn-gebied.
Het boekje begint met een aardkundige inleiding, waarin uit de doeken wordt gedaan hoe Nederland er tijdens de opeenvolgende ijstijden uitzag en 150.000 jaar geleden de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe door lobben van zich uitbreidende landijsgletsjers werd ‘opgestuwd’. Later ontstonden er uitgestrekte smeltwaterdalen en dekzandafzettingen vormden zich in een volgende ijstijd, toen hier een toendraklimaat heerste en vegetatie schaars was. De dekzandruggen zijn nog herkenbaar in het landschap. De middeleeuwse woontorens zijn er op gebouwd.
De huidige warme periode - vanaf de aanvang van het Holoceen, 11.650 jaar geleden – zorgde voor een snelle begroeiing van het nog kale landschap en het stijgen van de grondwaterspiegel. Het veen dat zich vormde, is rond (excursiepunt) Langbroek zichtbaar op het dekzand.
De veenvorming stopte toen rivieren er klei op afzetten, en ook dit fenomeen – van meanderende rivieren en stroomruggen - is zichtbaar bij enkele van de in totaal dertien excursiepunten. Meanderende rivieren verlegden voortdurend hun loop, een verschijnsel dat we in natura bijv. nog kunnen aanschouwen in gebieden waar de rivieren nog ongetemd zijn, zoals in IJsland.
Meer dan de helft van de brochure bestaat uit de beschrijving van de 42 km lange fietsroute, die aanvangt én eindigt in Driebergen-Zeist (station), Onderweg wordt de fietser gewezen op onder meer oude riviergeulen, restgeulen, oeverwallen van verdwenen rivieren en (ondiepe) Pleistocene zandafzettingen. De lezer/fietser wordt geholpen bij het herkennen van stroomruggen en komgebieden, en de invloed die natuurlijke barrières hebben gehad op gerechtelijke indelingen.
De brochure is tot stand gekomen in het kader van ‘100 jaar geologie in kaart’, met als doel om het Nederlandse publiek op een laagdrempelige manier te informeren over de invloed van de geologie op het Nederlandse landschap. Dat is zeker gelukt met dit boekje. Voordat u het in de hand heeft, kunt u het online bekijken op www.grondwatertools.nl. Hier is de route ook te downloaden voor een fietsnavigatiesysteem. Op de kaart zijn eveneens de reguliere fietsknooppunten aangegeven, wat het eenvoudiger maakt om – indien gewenst - van de route af te wijken.
Het boekje begint met een aardkundige inleiding, waarin uit de doeken wordt gedaan hoe Nederland er tijdens de opeenvolgende ijstijden uitzag en 150.000 jaar geleden de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe door lobben van zich uitbreidende landijsgletsjers werd ‘opgestuwd’. Later ontstonden er uitgestrekte smeltwaterdalen en dekzandafzettingen vormden zich in een volgende ijstijd, toen hier een toendraklimaat heerste en vegetatie schaars was. De dekzandruggen zijn nog herkenbaar in het landschap. De middeleeuwse woontorens zijn er op gebouwd.
De huidige warme periode - vanaf de aanvang van het Holoceen, 11.650 jaar geleden – zorgde voor een snelle begroeiing van het nog kale landschap en het stijgen van de grondwaterspiegel. Het veen dat zich vormde, is rond (excursiepunt) Langbroek zichtbaar op het dekzand.
De veenvorming stopte toen rivieren er klei op afzetten, en ook dit fenomeen – van meanderende rivieren en stroomruggen - is zichtbaar bij enkele van de in totaal dertien excursiepunten. Meanderende rivieren verlegden voortdurend hun loop, een verschijnsel dat we in natura bijv. nog kunnen aanschouwen in gebieden waar de rivieren nog ongetemd zijn, zoals in IJsland.
Meer dan de helft van de brochure bestaat uit de beschrijving van de 42 km lange fietsroute, die aanvangt én eindigt in Driebergen-Zeist (station), Onderweg wordt de fietser gewezen op onder meer oude riviergeulen, restgeulen, oeverwallen van verdwenen rivieren en (ondiepe) Pleistocene zandafzettingen. De lezer/fietser wordt geholpen bij het herkennen van stroomruggen en komgebieden, en de invloed die natuurlijke barrières hebben gehad op gerechtelijke indelingen.
De brochure is tot stand gekomen in het kader van ‘100 jaar geologie in kaart’, met als doel om het Nederlandse publiek op een laagdrempelige manier te informeren over de invloed van de geologie op het Nederlandse landschap. Dat is zeker gelukt met dit boekje. Voordat u het in de hand heeft, kunt u het online bekijken op www.grondwatertools.nl. Hier is de route ook te downloaden voor een fietsnavigatiesysteem. Op de kaart zijn eveneens de reguliere fietsknooppunten aangegeven, wat het eenvoudiger maakt om – indien gewenst - van de route af te wijken.
Geologisch profiel van west naar oost door het excursiegebied. Bron: TNO.