Geologische begrippen nader uitgelegd:
- Intrusies: Hete magmapluimen die zich door de aardkorst omhoog bewegen.
- Rift-fase: Periode waarin de aardkorst wordt uitgerekt als gevolg van plaattektoniek. Vaak bewegen de aardplaten op deze gebieden uit elkaar. Hierbij wordt de korst dunner en komt vulkanisme kijken.
- Variscische gebergtevorming: Een periode waarin verschillende continenten met elkaar botsten en zo één groot supercontinent Pangea vormden (400-300 Ma geleden). Hierbij werden ook grootschalige gebergteketens gevormd.
- Subductie: Wanneer de ene aardplaat onder de andere ‘duikt’ als gevolg van botsing van de twee platen. Deze plaat zal verdwijnen, uiteindelijk opsmelten in de aardmantel en vervolgens voor vulkanisme zorgen. Ook hierbij worden bergketens gevormd.
De steen is afkomstig uit Oslo en is een vulkanisch gesteente. Het eerste wat er in mij opkwam was "Hé? Vulkanisch gesteente uit Oslo? Oslo heeft toch geen vulkanisme?" Deze steen blijkt echter een overblijfsel te zijn van een magmatische intrusies die zich voordeden tijdens een rift-fase lang geleden. Deze fase van riften vond plaats in het laat Carboon en het Perm (zo’n 300-250 miljoen jaar geleden), toen de Variscische gebergtevorming aan zijn einde kwam en het supercontinent Pangea werd gevormd. Tijdens deze fase vond er rek in de aardkorst plaats in Scandinavië als gevolg van subductie van de microcontinenten Laurentia en Baltica (zie afbeelding 1a en 1b).
Als gevolg van de korstverdunning en rek die er plaats vond in zuidwest Noorwegen, ontstond er een rift rondom Oslo. Dit rift heet nu het Oslo Graben (Eng: The Oslo Rift). Door de verdunning van de korst door de rek was het makkelijk voor onderliggend, gesmolten gesteente om omhoog te komen en de aardkorst in te dringen (zie afbeelding 2) . Deze magmatische intrusies rijkten bijna tot aan het aardoppervlak, waarna het langzaam is gestold. Dit gestolde gesteente wordt ‘ganggesteente’ genoemd en als gevolg van de langzame stolling kunnen zich grote kristallen vormen. Dit is de reden waarom er in de steen grote veldspaat kristallen zichtbaar zijn (afbeelding 3).

"I think you should have one" zegt mijn docente aan het einde van haar verhaal. "Take this one, this is the most beautiful one". Met grote ogen kijk ik haar aan. Echt? Mag ik het mooiste exemplaar hebben en meenemen als souvenir? Ja, ik mag hem meenemen. Volgens haar is er niets mooiers dan kennis te verspreiden en stenen uit te wisselen met iedereen die er écht interesse in heeft. Degene die het waarderen. En volgens haar was ik hier één van. Dit kleine gebaar heeft mij één les geleerd; dat geologen, waar ook ter wereld, overal hetzelfde zijn, en een grote familie vormen.

Voor wie meer wilt weten over de vorming van het Oslo Graben en de Geologische geschiedenis van Noorwegen kan meer informatie vinden in het boek 'The making of a land - The Geology of Norway' of stel je vraag via de onderstaande 'reactie/login' optie.
Referenties
- Ramberg, I.B, Bryhni I., Nottveldt, A., Ranges, K., 2008. ‘The making of a land- The geology of Norway’, Geological society of London
- Rey, P., Burg, J.P., Casey, M., ‘The Scandinavian Caledonies and their relationship to the Variscian Belt’, 2000. The department of Geology Clayton, Australia & Geologisches Institutt Zürich, Switzerland
Reacties