ZS-PMax-Fluoriet-1500-x-220-definitief_verdonkerd.jpg
Afbeelding 1.
Afbeelding 1. Boleiet, grootste kristal 4 mm. Het is een combinatie kristal van kubus en octaëder, waarbij de kubusvorm domineert. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Boleiet is een niet zo veel voorkomend mineraal met de volgende formule: KPb26Ag9Cu24(OH)48Cl62.

Het mineraal behoort tot de klasse van de HALOGENIDEN (klasse 3 volgens de indeling van Strunz). De mineralen uit de klasse van de halogeniden bestaan uit mineralen die fluor, jodium, chloor en broom bevatten. Een kenmerk van deze mineralen is dat ze snel reageren met andere chemische stoffen.

Boleiet wordt verder ingedeeld bij de groep van “boleiet – cumengeiet (of cumengiet)". Tot deze groep behoren behalve boleiet ook: pseudoboleiet: Pb31Cu24Cl62(OH)48 en cumengeiet: Pb21Cu20Cl42(OH)40·6H2O.

Eigenlijk kunnen we dus beter spreken over “Mineraal groep van de maand”. De drie mineralen zijn nauw aan elkaar verwant en komen heel vaak samen voor.


Herkomst van de naam

Boleiet is genoemd naar de vindplaats  Boleo op het Baja schiereiland, omgeving  Santa Rosalia, Mexico. De vindplaats is tevens de z.g. “typelokaliteit” van het mineraal.

Uiterlijk

Afbeelding 2.
Afbeelding 2. Boleiet, grootte 7 mm. Combinatie kristal van octaeder en kubus, waarbij de octaeder dominant is. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Boleiet vormt meestal kubisch kristallen, soms octaëders of combinaties van kubus en octaëder.  Ook doorgroeiings tweeling en drieling kristallen van meerdere kubi zijn bekend. De kristallen zijn gemiddeld klein ontwikkeld, meestal niet veel groter dan enkele millimeters. Een kristal van 8 mm wordt al als groot beschouwd. Echter… in de Amalia mijn in Mexico zijn kristallen tot 2,5 cm grootte gevonden.

De kleur van boleiet varieert van Pruisisch blauw tot donker indigo blauw, soms zijn kristallen groen-blauw maar ook een zwart-blauwe kleur komt voor. De streepkleur is blauw-groen. 

De glans van de kristallen varieert van glas glans tot parelmoer glans op breukvlakken. De kristallen kunnen doorschijnend zijn maar ook opaak.

Voorkomen

Boleiet is een secundair mineraal dat gevormd wordt door de reactie van chloor ionen met de primaire sulfides in de oxidatie zone van koper- en lood afzettingen.
Bovendien liggen de bedoelde afzettingen meestal in aride gebieden en in de nabijheid van zeewater of zout houdende meren.

In slakken van smelterijen van vroegere lood en koper mijnbouw komt soms ook boleiet voor, met name daar waar ook zeewater op de slakken kon inwerken. De meest bekende van dit soort ontsluiting is Laurion, maar ook de Juliushütte in de Harz. Behalve dat de drie mineralen uit de groep vaak samen voorkomen, zijn er nog meer mineralen die in de paragenese aanwezig kunnen zijn. De volgende mineralen worden o.a. genoemd: atacamiet, anglesiet,  cerussiet, phosgheniet, leadhilliet, matlockiet e.a.

Afbeelding 3.
Afbeelding 3. Boleiet kristal uit een loodslak van Thorikos, gevonden door wijlen Piet Gelaude. Foto: Piet van Kalmthout.
Afbeelding 4.
Afbeelding 4. Pseudoboleiet uit een loodslak van Thorikos, gevonden door wijlen Piet Gelaude. Foto: Piet van Kalmthout.
Mindat toont een lijst van 72 locaties waar boleiet gevonden wordt, verdeeld over dertien landen. Op zeventien van de 72 vindplaatsen gaat het om restanten van metaal smelterijen, de z.g. “slakken” vindplaatsen. Chili heeft 17 vindplaatsen van boleiet en is daarmee koploper direct gevold door de USA met 16 locaties.

GROEP   
eigenschappen:          boleiet          pseudoboleiet          cumengeiet          
kristal systeem: kubisch tetragonaal tetragonaal
hardheid: 3 – 3,5 2,5 2,5
dichtheid: 5,062 5,07 4,66
splijting: perfect perfect goed

Let op! In oudere literatuur wordt boleiet nog als tetragonaal beschreven.

Mogelijkheid om de drie mineralen op zicht te onderscheiden

Bij perfecte kristallen is een optische determinatie misschien mogelijk. Bij aggregaten van meerdere kristallen of massieve brokjes mineraal is determinatie op het oog onmogelijk.

Afbeelding 5.
Afbeelding 5. Pseudoboleiet. Margarita mijn, Sierra Gorda, Antofagasta, Chilie. Rruff Ro50162. Determinatie is uitgevoerd d.m.v. Röntgen diffractie.
Afbeelding 6.
Afbeelding 6. Pseudoboleiet, epitactisch vergroeid met boleiet. Grootte 6 mm. Amalia mijn, Boleo, Mexico.

Figuur 6 toont een goed uitgekristalliseerd kristal groepje waarop duidelijk te zien is dat er als het ware een laagje is gegroeid op de kubus vlakken, ook op het kleine kristalletje op de hoek. Pseudoboleiet is epitactisch gegroeid op de boleiet. Een epitactische vergroeiing betekent dat een mineraal op een ander mineraal is gegroeid en zich daarbij heeft gericht naar kristallografische eigenschappen van de “gastheer”. Bij de specimen van de Amalia mijn in Mexico komen deze vergroeiingen relatief veel voor en zijn ze bovendien goed herkenbaar. Niet op alle vindplaatsen van boleiet en pseudpboleiet komen zulke duidelijke vergroeiingen voor. Volgens sommige bronnen komt pseudoboleiet in de Amalia mijn niet als zelfstandig mineraal voor, maar alleen op boleiet.

Afbeelding 7.
Afbeelding 7. Voorbeeld van de verschillende kristalvormen en combinaties die bij boleiet voorkomen.
Afbeelding 8.
Afbeelding 8. Zie foto figuur 6 en de uitleg in de tekst.

Het mineraal cumengeiet komt voor als tetragonale dipyramides. Soms is er sprake van tweeling vorming, vaak herkenbaar aan streping of inspringende hoeken. Cumengiet komt zelfstandig voor maar ook vaak gegroeid over boleiet en/of pseudoboleiet heen. In de Amalia mijn, Boleo, Mexico komt een zeer bijzondere epitactische kristallisatie van cumengeiet voor. Op alle zes de vlakken van de boleiet kubus zit dan een tetragonale pyramide gegroeid. Samen vormen ze zo een zesling kristal. Deze bijzondere vorm komt alleen in de Amalia mijn voor. In 1920, terwijl de mijn  geëxploiteerd werd, zijn vondsten gedaan van zeer grote cumengeiet kristalgroepen. Specimen tot 3,5 cm zijn gevonden en werden naar Paris gebracht door de Fransen. De Boleo mijn Company was een Frans bedrijf. In de Sorbonne collectie zijn deze unieke exemplaren nog altijd te bewonderen.

De naam cumengeiet is aan het mineraal gegeven als eerbetoon voor de Franse mijn ingenieur die eind 1800 het mineraal vond en mee nam naar Frankrijk.

Afbeelding 9.
Afbeelding 9. Cumengeiet met boleiet en/of pseudoboleie. Het aggregaat is 6 mm groot. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Afbeelding 11.
Afbeelding 9.
Afbeelding 10. Met witte lijntjes zijn schematisch de contouren van de cumengeiet aangegeven.

De echte kristallen zijn natuurlijk niet zo mooi gegroeid als in de theoretische kristal tekeningen. Maar een aantal kristal elementen zijn goed waarneembaar. B.v. de inspringende hoekjes op de top van de cumengeiet pyramides. Er blijft bij het determineren m.b.v. uiterlijke kenmerken altijd een risico van een verkeerde interpretatie. Ook kan het zijn dat een kristal toevallig kenmerken vertoont die niet passen bij de soort. Het is daarom goed bij een dergelijke determinatie in de catalogus een aanduiding te maken in de trant van: “waarschijnlijk” of een vraagteken plaatsen.

Herkomst

  • Alle specimen en foto’s zijn van Herman van Dennebroek, tenzij anders vermeld.
  • De foto’s van het materiaal uit Laurion zijn welwillend ter beschikking gesteld door Piet van Kalmthout. De foto’s zijn gepubliceerd in het boek: “Laurion, the minerals in the ancient slags”.
  • Afbeelding 5: Data courtesy of RRUFF project at University of Arizona, used with permission. RRUFF.info
  • De Kristal tekeningen zijn afkomstig van R. Peter Richards
  • De Kristal tekeningen van boleiet zijn afkomstig van Smorf Crystal Drawings (oorspronkelijk gepubliceerd op Crystal Shapes Facebook)

Gebruikte bronnen

  • Minerals and their Localities, door J.H. Bernard en J. Hyršl; uitg. Granit
  • Handbook of Mineralogy, volume III, door Anthony, Bideaux, Bladh, Nichols uitg: Mineral Data Publishing, Tucson
  • Mineralogical Record, jan/febr. 1998 Volume 29 nummer 1
  • Mindat.org en MineralienAtlas.de