Mineraal van de maand: SFALERIET, een eenvoudig ertsmineraal dat meer aandacht verdient
Bij Nederlandse mineralenverzamelaars zijn ertsmineralen niet zo populair. Pyriet en galeniet krijgen meestal nog wel ruim aandacht vanwege hun hoge glans, maar de andere ertsen blijven wat op de achtergrond. Dat is jammer want de overige ertsmineralen bieden mooie en interessante vormen en soms ook kleuren.
Eén en ander geldt zeker voor het mineraal sfaleriet, een zinksulfide met een eenvoudige formule ZnS.
Elyiet is een tamelijk zeldzaam lood-koper-sulfaat met als chemische formule Pb4Cu(SO4)O2(OH)4 · H2O
Afb. 1. Elyiet. Minutieuze latvormige kristallen in een holte. Herkomst: Linares, Andalusië, Spanje, in het slakken materiaal van de oude loodsmelterij. Collectie: Herman van Dennebroek. Afbeelding is gemaakt met de Keyence digitale microscoop VHX-7000 tijdens een demonstratie voor GEA.
De IMA heeft het mineraal in 1971 erkend als zelfstandig mineraal en geeft als formule CuPb4(SO4)O2(OH)4 · H2O Elyiet vormt kleine naaldvormige kristallen die soms zijn samengegroeid tot radiaalstralige clusters. De kleur van de kristallen is paars/violet, bleek paars maar soms is er een verloop van paars naar wit. De elyiet naalden hebben een zijde glans en meestal zijn de kristallen transparant. De kristallen kunnen een lengte bereiken tot 0,4 millimeter, maar zijn gemiddeld niet veel langer dan 0,15 tot 0,2 mm. Verdere eigenschappen: de hardheid is 2 op de schaal van Mohs, de streepkleur is licht paars tot wit. Maar deze beide eigenschappen kunnen we voor het determineren nauwelijks of niet gebruiken gezien het zeer kleine formaat van de kristallen.
De naam mimetesiet is afgeleid uit het Grieks vanwege de grote uiterlijke gelijkenis met pyromorfiet, zowel qua vorm en kleur. In de Engelstalige landen spreek met van mimetite (in het Nederlands als mimetiet geschreven).
Afb. 1 Mimetesiet. Mount Bonnie Mine, Northern Territories, Australië. Collectie: MIM museum, Libanon.
Mineraal van de maand: Een handig hulpmiddel voor het fotograferen van mineralen met je mobieltje.
Afb. 1. Amethist op rookkwarts. Harts Range, Central Desert regio, Northern Territory, Australie. 4 x 3 x 5cm.
Deze aflevering geen bespreking van een mineraal maar een test beschrijving van een handig verlichting hulpmiddel voor het fotograferen van mineralen, fossielen en andere objecten m.b.v. een mobieltje.
Afb. 1. Nantan (Nandan) ijzer meteoriet van het type octaëdriet. Herkomst: China. Grootte: 2,3 x1,7 x 1,5 cm.
Een merkwaardige titel omdat een meteoriet geen mineraal is. Toch hebben veel mineralen verzamelaars één of enkele meteorieten in hun verzameling. Het onderzoek van Guido Jonker (zie elders op de GEA homepage) over micrometeorieten inspireerde mij om aandacht te besteden aan het fenomeen “meteoriet”.
In deze aflevering geen specifiek mineraal dat besproken wordt maar een mineralenpuzzel.
In deze puzzel gaat het over het “herkennen” van mineralen en over “eigenschappen” van mineralen.
Als u denkt: “Oeps, daar weet in niet zo veel van af” dan kunt u over die onderwerpen heel veel te weten komen via de GEA site. Onder het menu “Tijdschrift Gea” staat vermeld: “natuurtijdschriften.nl/Gea” als u daar in het zoekvenster invult: “eigenschappen mineralen” dan krijgt u een opsomming te zien van vele tientallen artikelen. Al deze artikelen kunt u downloaden en bestuderen. Er zijn natuurlijk veel meer websites waar u als mineralen verzamelaar terecht kunt voor het verkrijgen van allerlei informatie. Een van de bekendste website is die van MinDat.org
Afb. 1 Langegerekt (6 cm) cerussiet kristal op andere tweeling kristallen. Het lange kristal is voor een deel weggeetst. Vindplaatst: Tsumeb, Namibië.
Cerussiet, PbCO3 is een wereldwijd verbreid secundair lood mineraal, toch is het bij veel verzamelaars niet zo bekend. Dat is jammer want meestal vormt cerussiet goed gevormde kristallen van vaak een redelijke grootte.
1. Barietkristallen, blokvormig, met fantomen. Black Cloudmijn, Leadville, Colorado, VS. Grootte: 6x5x2 cm.
In bijna iedere mineralen verzameling is wel bariet aanwezig, misschien wel een paar specimen uit verschillende vindplaatsen. Toch staat het mineraal niet zo in de belangstelling als bijvoorbeeld fluoriet of kwarts. Een beetje jammer want bariet is een interessant mineraal, weliswaar niet vanwege uitbundige kleuren, maar wel vanwege bijzonder vormen. Bariet, BaSO4, een verbinding van barium met een sulfaat groep [SO4] De formule wordt ook wel geschreven als: Ba[SO4]
Sinds het begin van de serie “Mineral van de maand” zijn er inmiddels meer dan 20 mineralen besproken. Dat is maar “een druppel op een gloeiende plaat” als je je bedenkt dat er inmiddels meer dan 5000 mineralen bekend zijn. In deze rubriek streven we dan ook beslist geen volledigheid na.
Deze maal geen nieuwe beschrijving van een mineraal maar een kleine puzzel.
Zunyiet is een tamelijk onbekend mineraal uit de klasse van de silicaten, met als formule: Al13Si5O20(OH,F)18Cl.
Het mineraal ontstaat als verweringsproduct van veldspaat. De naam is afkomstig van de Zuni mijn, Anvil Mountain in de buurt van Silverton, San Juan County, Colorado, USA. Dit is de z.g. “type lokaliteit”, d.w.z. dat bij materiaal uit deze mijn voor het eerst is aangetoond dat het om zunyiet gaat.
Afb. 1 Zeer donkere gestreepte rutielnaald met in de lengterichting parallel gegroeide kristallen. Groote ± 1,2 mm. Vindplaats: Wannenköpfe, Eifel, Duitsland. Foto: Fred Kruijen.
Het mineraal rutiel is samengesteld uit titanium en zuurstof; een titanium oxide dus, met de formule TiO2.
Rutiel, anataas en brookiet zijn polymorfe mineralen, d.w.z. ze hebben alle drie dezelfde chemische formule maar een verschillende kristal structuur.
Rutiel komt het meeste voor en is het hardste van de drie n.l. 6-6,5. Kristallen zijn meestal klein maar kunnen tot wel 12 centimeter groot worden. Anataas is wat minder vaak voorkomend dan rutiel en vormt kristallen tot ongeveer 5 cm grootte. De hardheid bedraagt 5,5 tot 6,0. (Anataas was Mineraal van de maand in maart 2014.) Brookiet is de derde in dit rijtje en veel minder voorkomend dan anataas. De hardheid is hetzelfde als bij anataas.
UITERLIJK Rutiel komt het meeste voor als langgerekte staafvormige kristallen, vaak zijn de kristallen verticaal gestreept. Ook gedrongen dikke, prismatische kristallen komen voor. Sterk afgeronde kristallen of vervormde kristallen zijn algemeen voorkomend. Soms wordt rutiel als massief materiaal gevonden, voor de winning als grondstof zijn de zware metaal zanden van belang. In de zanden is de rutiel als korrels aanwezig. De kleur van rutiel varieert; rood tot roodbruin, ook geelbruin, geel, soms grijszwart tot zwart. Minder bekende kleuren zijn blauwachtig, violet. Heel zelden komen gras-groene kristallen voor. Bij de zwarte kristallen zijn soms interne rode reflecties te zien. Zie afbeelding 1. Rutiel zit vaak als insluitsel in kwarts kristallen. Deze “rutiel kwartsen” zien er vaak zeer spectaculair uit en zijn gewilde verzamelobjecten. Afb. 2 Gedrongen kristal met parallel gegroeide piramidale topvlakken. Een z.g. knietweeling kristal. Grootte: 3,5 x 2,5 x 2,5 cm. Vindplaats: Zverotice, Sobeslov, regio Zuid Bohemen, Tsjechische republiek. Collectie en foto: H. van Dennebroek.Afb. 3 Goudgeel gekleurde rutiel naalden op hematiet. Grootte: 4 x 3,5 cm. Vindplaats: Novo Horizonte, Bahia, Brazilië. Collectie en foto: H. van Dennebroek.VERDERE EIGENSCHAPPEN
lichtbruin, geelbruin, grijs, groenachtig zwart (vooral als er grote bijmenging van niobium (Nb) en/of tantalium (Ta) aanwezig is).
KRISTALSYSTEEM Rutiel hoort tot het tetragonale kristalstelsel. Meestal treedt het op in langgerekte prisma’s. Het prisma wordt afgesloten met een piramide. Vaak zijn meerdere soorten prisma’s in een kristal aanwezig. Door deze gelijktijdige, wisselende groei van verschillende vlakken ontstaat dan een streping in de lengterichting van het kristal. Parallel gegroeide kristallen kunnen ook streping veroorzaken. Het rutiel kristal van afbeelding 1 vertoont zo te zien, beide streping soorten.
Rutiel vormt enorm veel verschillende kristallisatie vormen. In de “Atlas der Krystallformen” van Victor Goldschmidt uit 1922 worden 103 rutiel kristal tekeningen afgebeeld. Afb. 4 Langerekte rutiel naalden met piramide topje. Lengte: ong. 1 mm. Vindplaats: Wannenköpfe, Eifel, Duitsland. Foto: Fred Kruijen.Afb. 5 Zeer kort prismatisch rutielkristal. De streping op de piramide wordt veroorzaakt door parallelgroei. Grootte ong. 0,2 mm. Vindplaats: Wannenköpfe, Eifel, Duitsland. Foto: Fred Kruijen.Afb. 6 Een bladzijde uit de “Atlas der Krystallformen”. De figuren 8,9, 16, 17 en 21 geven voorbeelden van een speciale tweeling vorm, de z.g. “knietweeling”. De buitenhoek van de tweeling vorm bedraagt 114o55’. Afbeeldingen 2 en 7 vertonen deze tweeling vorm.Afb. 7 Dit kristal is z.g. cyclische vertweelinging. Meerdere kristallen zijn als knietweeling in een cyclus met elkaar vergroeid. Het geeft de indruk dat het hier om een zeskantig (hexagonaal) kristal gaat. Grootte: ong. 0,2-0,3 mm. Ook uit Wannenkõpfe. Foto: Fred Kruijen.
Behalve de “knietweeling” vorm is er nog een andere tweelingvorm bij rutiel mogelijk, de z.g. “harttweeling”. De individuele kristallen vormen hierbij een hoek van 54o44’. Afbeelding 8 is een voorbeeld van een dergelijke harttweeling. Op de bladzijde uit de “Atlas der Kristallformen” zijn de figuren 20 en 23 voorbeelden van harttweelingen. Afb. 8 Hartvormige rutiel tweeling. Breedte 0,7 mm. Vindplaats: Wannenköpfe, Eifel, Duitsland. Foto: Fred Kruijen.Afb. 9 Complex rutiel aggregaat met meerdere tweelingvormen. Grootte: 1 x 0,8 mm. Vindplaats: Wannenköpfe, Eifel, Duitsland. Foto: Fred Kruijen.
Bij rutiel komen nog twee bijzondere verschijningsvormen voor, nl. een rastervormige samengroei van naald vormige kristallen en een epitactische groei
Voor de rastervormigevergroeiing bestaat zelfs een aparte naam “sageniet”. Het gaat hierbij om dunne kristallen die volgens de tweelingsvormen, zoals eerder beschreven, uitkristalliseren. Vaak treft men deze rasters aan op een vlak stuk matrix gesteente of een vlakke spleet in het gesteente.
Afb. 10 Rutiel, var. sageniet. Vindpaats: Formazza, provincie Verbano-Cusio-Ossola, Piedmont, Italië. Beeldbreedte: 2,9 cm. Collectie en foto: H. van Dennebroek.Afb. 11 Rutiel, var. sageniet. Vindplaats: Novo Horizonte, Bahia, Brazilië. Beeldbreedte: 1,2 cm. Collectie en foto: H. van Dennebroek.Epitaxie is een georiënteerdevergroeiing van twee mineraalsoorten. Dus het ene mineraal zit niet zo maar ergens op het andere mineraal, maar volgens een bepaalde wetmatigheid. Bij rutiel komt dit verschijnsel voor op hematiet.
Afb. 12 Rutiel epitactisch gegroeid op hematiet. Vindplaats: Cavradi-Schlucht, Val Cornera, Zwitserland. Doorsnede ong. 3 cm. Collectie en foto: H. van Dennebroek.Afb. 13 Rutiel epitactisch gegroeid op hematiet.VOORKOMEN Rutiel komt in zeer veel verschillende soorten gesteenten voor, gesteenten die vaak onder hoge temperatuur zijn ontstaan. Stolligsgesteente, graniet-pegmatiet. Ook in hydrothermaal verweerd gesteente; in gneisen en schist.
De naam rutiel komt uit het Latijnse rutilus, dat rood betekent.
Rutiel is een belangrijke grondstof voor het metaal titaan. Titanium wordt o.a. gebruikt in de ruimtevaart industrie, maar ook in de medische wereld is het een belangrijk metaal. Het wordt dan gebruikt voor botpennen en ander soorten van implantaten (tandarts) omdat titaan niet reageert in het menselijke lichaam. Daarnaast wordt de grondstof ook nog verwerkt in de verf en keramische industrie.
GEBRUIKTE BRONNEN
Tijdschrift Gea, dec. 2007, blz. 117 t/m 123
Tijdschrift Gea, MINERALEN special, september 2000.
Minerals and their Localities, door J.H. Bernard en J. Hyršl; uitg.Granit
Handbook of Mineralogy, volume III, door Anthony, Bideaux, Bladh, Nichols uitg: Mineral Data Publishing, Tucson
Mineralen Herkennen, door Paul Tambuyser, 2003
website Mindat.org
Mineraal van de Maand: Helvien
Afb 1. Helvien op kwarts. Bovenste kristal is 6 mm groot. Vindplaats: Jinlong hill, Longchuan county, prov. Guangdong, China.
Heeft u al Helvien in uw collectie? Is Helvien een zeldzaam mineraal?
Mindat somt 305 vindplaatsen op voor helvien, verspreid over alle werelddelen. In 2002 kocht ik mijn eerste helvien kristallen op kwarts. Op dat moment verzamelde ik al zo’n 45 jaar. In die 45 jaar heb ik heel wat particuliere mineralen verzamelingen bekeken, maar nooit werd mij een helvien groepje getoond. In 2013 kocht in Tucson mijn tweede kristalgroepje van helvien en in 2018 schafte ik in Antwerpen mijn derde groepje aan.
Micromount verzamelaars zullen, als ze bovenstaande lezen, waarschijnlijk in hun vuistje lachen. Misschien denken ze wel: “Had je maar micromounter moeten worden, wij hebben niet 45 jaar gewacht; wij hebben al veel eerder onze kristalletjes gevonden”. Tsja, ik verzamel handstukken zoals dat heet, mijn voorkeursgrootte van een mineraal groepje is ongeveer 9 a 12 cm. Micromounters verzamelen micro kristallen met een grootte van minder dan 1 mm tot misschien 5 mm.
Afb 2. Helvien met kwarts en magnetiet. Grootste kristal is 10 mm groot. Vindplaats: Huanggang No.4 mijn, Hexigten Banner, Chifeng prefectuur, Inner Mongolië, China. Ik ben heel benieuwd naar hoe veel mineralen verzamelaars in Nederland (handstuk verzamelaars of micromounters) een of meerdere goed gekristalliseerde helvien specimen in hun collectie hebben. Laat u het mij s.v.p. weten via de email, bij voorkeur met een foto erbij en vermelding van grootte en vindplaats.
Terug naar het eigenlijke mineraal.
Helvien, ook wel als helviet geschreven, is een mangaan houdend berillium silicaat waarbij in de silicaatgroep ook zwavel aanwezig is. De formule wordt geschreven als: Mn2+4 [S|(Be3SiO4)3] volgens Strunz of als: Be3Mn2+4(SiO4)3S volgens Mindat.
Het mineraal behoort tot de groep van sodaliet – danaliet. De andere leden van de groep zijn:
Danaliet Fe2+4[S|(BeSiO4)3]
Genthelvien Zn4[S|(BeSiO4)3]
Tugtupiet Na4[Cl|BeAlSi4O12]
Danaliet en Helvien kunnen in elkaar overgaan, hetzelfde geldt voor Genthelvien en Helvien. De kleur van het mineraal varieert van goudgeel, naar bruin, rood, grijsgeel en geelgroen. De goudgele kleur is ook de oorzaak van de naam van het mineraal. In 1817 benoemde Werner het mineraal uit Saksen en leidde de naam af van het Griekse “helios” hetgeen zon betekent.
Helvien heeft een glas tot was glans en kan doorschijnend zijn. Afb 3. Helvien op albiet. Beeldbreedt 42 mm. Vindplaats: Navegadora mijn, Conselheiro Pena, Minas Gerais, Brazilië.Afb 4. Helvien. Vindplaats: Schwarzenberg, Ertsgebergte, Saksen, Duitsland.
Helvien hoort tot het kubisch kristalstelsel en vertoont zich meestal in de tetraëder kristalvorm. Kristallen kunnen een grootte bereiken van enkele centimeters. Meestal komt Helvien in korrels voor. Een enkele keer hebben de Helvien kristallen de octaëder vorm.
Afb 5. Tetraëder kristalvormen.Afb 6. Kombinatie van twee tetraëder kristalvormen.
Het mineraal komt voor in granitische pegmatieten, in gneis, seyeniet gesteente en hydrotermaal verweerde aders. Noorwegen, Zweden en Duitsland zijn in Europa de landen waar blijkbaar bovengenoemde gesteenten veel voorkomen, want van de 103 Europese voorkomens van het mineraal zijn er 63 vindplaatsen in Noorwegen en Zweden. Italië komt op een goede tweede plaats met 13 vindplaatsen. Duitsland is het land waar het mineraal voor het eerst beschreven is, maar heeft slechts 10 plaatsen waarvan bekend is dat er helvien vandaan komt.
Alle specimen en foto’s zijn van Herman van Dennebroek, tenzij anders vermeld.
Afbeelding 4: Data courtesy of RRUFF project at University of Arizona, used with permission. PRUFF.info Het specimen ligt in het Mineraal Museum van de Universiteit van Arizona. Voorheen was het eigendom van het Mineralogisch Museum van de Humboldt Universiteit in Berlijn. Afbeelding 5 en 6 komen van Facebookpagina Crystal Shapes
Gebruikte bronnen: 1) Minerals and their Localities, door J.H. Bernard en J. Hyršl; uitg. Granit. 2) Mineralen van Europa, door O. Medenbach en C.Sussieck-Fornefeld. Vertaling door Ernst Burke; uitg. H.J.W. Becht, Amsterdam. 3) Strunz Mineralogical Tables, door H. Strunz & E.H. Nickel. Uitg. E. Schweitzerbart’sche Verlagsbuchhandlung, Stuttgart. 4) Mindat.org website.
Mineraal van de maand: DURANGIET
Foto 1: Durangiet, grootte 13 x 13 mm. Baranca tin mijn, Coneto de Comonfort, Durango, Mexico. Foto en collectie: Herman van Dennebroek.
Durangiet is een betrekkelijk zeldzaam arsenaat mineraal dat natrium, aluminium en fluor bevat. NaAl(AsO4)F
De eerste beschrijving van het mineraal dateert uit 1896. Het betrof materiaal dat afkomstig was uit de Barranca tin mijn in Coneto de Comonfort, in de staat Durango, Mexico. Het mineraal kreeg de naam van het gebied waar het materiaal gevonden werd.
Uiterlijk Het mineraal vormt schuine piramide vormige kristallen tot ongeveer 1 cm grootte. Zelden zijn de kristallen tablet vormig. Het mineraal kristalliseert in het monokline kristal stelsel.
De kristalvlakken hebben een glasglans en zijn soms doorschijnend. Vaak zijn de vlakken ruw. De kleur varieert van licht tot donker rood-oranje, donker rood, oranje-bruin tot licht geel. De kristallen vertonen soms kleurzones. Dit ontstaat door de aanwezigheid van Fe en Mn in variabele hoeveelheid.
Afbeelding 2: Afb. 2 Twee kristal tekeningen uit de “Atlas der Krystallformen” van Victor Goldschmidt. Getekend naar voorbeelden van de vindplaats in Durango.
Overige eigenschappen Streepkleur:crème-geel tot bleek geel. Splijting: redelijk goed in een bepaalde richting van het kristal. Breuk: onregelmatig tot schelpvormig Hardheid: 5 tot 5,5 Dichtheid: 3,9 tot 4,07
Indeling in het mineralenrijk Durangiet wordt ingedeeld bij de fosfaten, arsenaten en vanadaten, klasse 8.
Binnen deze klasse hoort durangiet tot de tilasiet groep. De mineralen van deze groep zijn bij elkaar ingedeeld op grond van overeenkomsten in de atomaire bouw. De mineralen in de groep zijn isostructureel (ze hebben een structuur die op elkaar lijkt).
Afbeelding 3: Kristal structuur van durangiet. De octaeder en tetraeder vertegenwoordigen respectievelijk de AlO4F2- en AsO4-groepen.
Afbeelding 4.
Durangiet vormt twee mengreeksen; A) met maxwelliet; van NaAl(AsO4)F naar NaFe3+(AsO4)F en B) met tilasiet; van NaAl(AsO4)F naar CaMg(AsO4)F
Voorkomen Afbeelding 5: Durangiet. Barranca mijn, Coneto de Comonfort, Durango, Mexico. RRUFF ID: R120118.
In aders van alkali rijke rhyoliet en in tin placers ontstaan uit verwering van de rhyoliet. Ook komt het mineraal voor in pegmatiet gangen in graniet. Vindplaatsen: naast de typelokaliteit in Mexico zijn er nog enkele vindplaatsen van durangiet: - Bij Lake Ramsey, New Ross, Nova Scotia, Canada. In dit gebied was durangiet aanwezig in graniet. - In de Verenigde Staten komt het voor in rhyoliet ontsluitingen bij Boiler Peak, in de Black Range, Sierra county, New Mexico en in Thomas Range, Juab County, Utah. - In Engeland is het mineraal aangetroffen in Cheesewring groeve, Linkinhorne, Corwall. In Cornwall gaat het om graniet als moeder gesteente. Mindat meldt dat het zeer twijfelachtig is dat durangiet inderdaad in deze groeve is gevonden.
Afbeelding 6: Durangiet met hematiet. Noord zijde Thomas Range, Juab County, Utah, USA. RRUFF ID: R060889
Durangiet kan samen voorkomen met de volgende mineralen: cassiteriet, hematiet, topaas, ilmeniet, tantaliet, wickmaniet, beudantiet, mimetiet, fluoriet, tridymiet, cristobaliet, kwarts, amblygoniet, chalcedoon, zeoliet en klei mineralen.
Gebruikte bronnen:
Handbook of Mineralogy, volumeIV, door Anthony, Bideaux, Bladh, Nichols. Uitg: Mineral Data Publishing, Tucson
CRYSTALLOGRAPHIC COMMUNICATIONS, Volume 68 | Part 11 | November 2012 | Pages i86–i87 | 10.1107/S160053681204384X Redetermination of durangite, NaAl(AsO4)F G. W. Downs, B. N. Yang, R. M. Thompson, M. D. Wenz and M. B. Andrade
Tin Deposits of Durango Mexico, GEOLOGICAL SURVEY BULLETIN 962-D, 1950
On the Occurrence of Tin in Nova Scotia. By Harry Pers, Curator of the Provincial Museum, Halifax, mei 1908
Figuur 5 en 6: Data courtesy of RRUFF project at University of Arizona, used with permission. PRUFF.info
Understanding minerals & crystals, door Bruce Cairncross & Terence McCarthy. Uitg: Struik Nature, Kaapstad 2015
Strunz Mineralogical Tables, door H. Strunz & E.H. Nickel. Uitg: W. Schweitzerbart’sche Verlagsbuchhandlung, Stuttgart, 2001
Mindat.org
Mineraal van de maand: Boleiet
Afbeelding 1. Boleiet, grootste kristal 4 mm. Het is een combinatie kristal van kubus en octaëder, waarbij de kubusvorm domineert. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Boleiet is een niet zo veel voorkomend mineraal met de volgende formule: KPb26Ag9Cu24(OH)48Cl62.
Het mineraal behoort tot de klasse van de HALOGENIDEN (klasse 3 volgens de indeling van Strunz). De mineralen uit de klasse van de halogeniden bestaan uit mineralen die fluor, jodium, chloor en broom bevatten. Een kenmerk van deze mineralen is dat ze snel reageren met andere chemische stoffen.
Boleiet wordt verder ingedeeld bij de groep van “boleiet – cumengeiet (of cumengiet)". Tot deze groep behoren behalve boleiet ook: pseudoboleiet: Pb31Cu24Cl62(OH)48 en cumengeiet: Pb21Cu20Cl42(OH)40·6H2O.
Eigenlijk kunnen we dus beter spreken over “Mineraal groep van de maand”. De drie mineralen zijn nauw aan elkaar verwant en komen heel vaak samen voor.
Herkomst van de naam
Boleiet is genoemd naar de vindplaats Boleo op het Baja schiereiland, omgeving Santa Rosalia, Mexico. De vindplaats is tevens de z.g. “typelokaliteit” van het mineraal.
Uiterlijk
Afbeelding 2. Boleiet, grootte 7 mm. Combinatie kristal van octaeder en kubus, waarbij de octaeder dominant is. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Boleiet vormt meestal kubisch kristallen, soms octaëders of combinaties van kubus en octaëder. Ook doorgroeiings tweeling en drieling kristallen van meerdere kubi zijn bekend. De kristallen zijn gemiddeld klein ontwikkeld, meestal niet veel groter dan enkele millimeters. Een kristal van 8 mm wordt al als groot beschouwd. Echter… in de Amalia mijn in Mexico zijn kristallen tot 2,5 cm grootte gevonden.
De kleur van boleiet varieert van Pruisisch blauw tot donker indigo blauw, soms zijn kristallen groen-blauw maar ook een zwart-blauwe kleur komt voor. De streepkleur is blauw-groen.
De glans van de kristallen varieert van glas glans tot parelmoer glans op breukvlakken. De kristallen kunnen doorschijnend zijn maar ook opaak.
Voorkomen
Boleiet is een secundair mineraal dat gevormd wordt door de reactie van chloor ionen met de primaire sulfides in de oxidatie zone van koper- en lood afzettingen. Bovendien liggen de bedoelde afzettingen meestal in aride gebieden en in de nabijheid van zeewater of zout houdende meren.
In slakken van smelterijen van vroegere lood en koper mijnbouw komt soms ook boleiet voor, met name daar waar ook zeewater op de slakken kon inwerken. De meest bekende van dit soort ontsluiting is Laurion, maar ook de Juliushütte in de Harz. Behalve dat de drie mineralen uit de groep vaak samen voorkomen, zijn er nog meer mineralen die in de paragenese aanwezig kunnen zijn. De volgende mineralen worden o.a. genoemd: atacamiet, anglesiet, cerussiet, phosgheniet, leadhilliet, matlockiet e.a.
Afbeelding 3. Boleiet kristal uit een loodslak van Thorikos, gevonden door wijlen Piet Gelaude. Foto: Piet van Kalmthout.
Afbeelding 4. Pseudoboleiet uit een loodslak van Thorikos, gevonden door wijlen Piet Gelaude. Foto: Piet van Kalmthout.
Mindat toont een lijst van 72 locaties waar boleiet gevonden wordt, verdeeld over dertien landen. Op zeventien van de 72 vindplaatsen gaat het om restanten van metaal smelterijen, de z.g. “slakken” vindplaatsen. Chili heeft 17 vindplaatsen van boleiet en is daarmee koploper direct gevold door de USA met 16 locaties.
GROEP
eigenschappen:
boleiet
pseudoboleiet
cumengeiet
kristal systeem:
kubisch
tetragonaal
tetragonaal
hardheid:
3 – 3,5
2,5
2,5
dichtheid:
5,062
5,07
4,66
splijting:
perfect
perfect
goed
Let op! In oudere literatuur wordt boleiet nog als tetragonaal beschreven.
Mogelijkheid om de drie mineralen op zicht te onderscheiden
Bij perfecte kristallen is een optische determinatie misschien mogelijk. Bij aggregaten van meerdere kristallen of massieve brokjes mineraal is determinatie op het oog onmogelijk.
Afbeelding 5. Pseudoboleiet. Margarita mijn, Sierra Gorda, Antofagasta, Chilie. Rruff Ro50162. Determinatie is uitgevoerd d.m.v. Röntgen diffractie.
Afbeelding 6. Pseudoboleiet, epitactisch vergroeid met boleiet. Grootte 6 mm. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Figuur 6 toont een goed uitgekristalliseerd kristal groepje waarop duidelijk te zien is dat er als het ware een laagje is gegroeid op de kubus vlakken, ook op het kleine kristalletje op de hoek. Pseudoboleiet is epitactisch gegroeid op de boleiet. Een epitactische vergroeiing betekent dat een mineraal op een ander mineraal is gegroeid en zich daarbij heeft gericht naar kristallografische eigenschappen van de “gastheer”. Bij de specimen van de Amalia mijn in Mexico komen deze vergroeiingen relatief veel voor en zijn ze bovendien goed herkenbaar. Niet op alle vindplaatsen van boleiet en pseudpboleiet komen zulke duidelijke vergroeiingen voor. Volgens sommige bronnen komt pseudoboleiet in de Amalia mijn niet als zelfstandig mineraal voor, maar alleen op boleiet.
Afbeelding 7. Voorbeeld van de verschillende kristalvormen en combinaties die bij boleiet voorkomen.
Afbeelding 8. Zie foto figuur 6 en de uitleg in de tekst.
Het mineraal cumengeiet komt voor als tetragonale dipyramides. Soms is er sprake van tweeling vorming, vaak herkenbaar aan streping of inspringende hoeken. Cumengiet komt zelfstandig voor maar ook vaak gegroeid over boleiet en/of pseudoboleiet heen. In de Amalia mijn, Boleo, Mexico komt een zeer bijzondere epitactische kristallisatie van cumengeiet voor. Op alle zes de vlakken van de boleiet kubus zit dan een tetragonale pyramide gegroeid. Samen vormen ze zo een zesling kristal. Deze bijzondere vorm komt alleen in de Amalia mijn voor. In 1920, terwijl de mijn geëxploiteerd werd, zijn vondsten gedaan van zeer grote cumengeiet kristalgroepen. Specimen tot 3,5 cm zijn gevonden en werden naar Paris gebracht door de Fransen. De Boleo mijn Company was een Frans bedrijf. In de Sorbonne collectie zijn deze unieke exemplaren nog altijd te bewonderen.
De naam cumengeiet is aan het mineraal gegeven als eerbetoon voor de Franse mijn ingenieur die eind 1800 het mineraal vond en mee nam naar Frankrijk.
Afbeelding 9. Cumengeiet met boleiet en/of pseudoboleie. Het aggregaat is 6 mm groot. Amalia mijn, Boleo, Mexico.
Afbeelding 10. Met witte lijntjes zijn schematisch de contouren van de cumengeiet aangegeven.
De echte kristallen zijn natuurlijk niet zo mooi gegroeid als in de theoretische kristal tekeningen. Maar een aantal kristal elementen zijn goed waarneembaar. B.v. de inspringende hoekjes op de top van de cumengeiet pyramides. Er blijft bij het determineren m.b.v. uiterlijke kenmerken altijd een risico van een verkeerde interpretatie. Ook kan het zijn dat een kristal toevallig kenmerken vertoont die niet passen bij de soort. Het is daarom goed bij een dergelijke determinatie in de catalogus een aanduiding te maken in de trant van: “waarschijnlijk” of een vraagteken plaatsen.
Herkomst
Alle specimen en foto’s zijn van Herman van Dennebroek, tenzij anders vermeld.
De foto’s van het materiaal uit Laurion zijn welwillend ter beschikking gesteld door Piet van Kalmthout. De foto’s zijn gepubliceerd in het boek: “Laurion, the minerals in the ancient slags”.
Afbeelding 5: Data courtesy of RRUFF project at University of Arizona, used with permission. RRUFF.info
De Kristal tekeningen zijn afkomstig van R. Peter Richards
De Kristal tekeningen van boleiet zijn afkomstig van Smorf Crystal Drawings (oorspronkelijk gepubliceerd op Crystal Shapes Facebook)
Gebruikte bronnen
Minerals and their Localities, door J.H. Bernard en J. Hyršl; uitg. Granit
Handbook of Mineralogy, volume III, door Anthony, Bideaux, Bladh, Nichols uitg: Mineral Data Publishing, Tucson
Mineralogical Record, jan/febr. 1998 Volume 29 nummer 1
Mindat.org en MineralienAtlas.de
Mineraal van de Maand: Aragoniet, het broertje van calciet
Aragoniet is een veel voorkomend mineraal met dezelfde chemische samenstelling als calciet n.l. CaCO3 (een calcium carbonaat). De kristalvorm van calciet en aragoniet zijn verschillend. Met noemt het verschijnsel van twee mineralen met gelijke chemische samenstelling maar verschillend van kristalvorm: “polymorfie”. Beide mineralen lossen makkelijk op in zoutzuur.
Zilver wordt ook wel gedegen zilver genoemd. Het mineraal bestaat uit het element zilver (Ag), maar bijna altijd zijn er verschillende andere elementen als bijmenging aanwezig hetgeen soms tot aparte variëteit namen leidt (zie verderop in de tekst). Samen met goud werd zilver al in de oudheid door de mens gebruikt om sierraden van te maken. Het metaal kon in koude toestand betrekkelijk makkelijk bewerkt worden.
In 1985 deed ik een aantal vondsten van kleine kleurloze fluoriet kristallen op kwarts met bariet en kalksteen. Op een gegeven moment vond ik een brokje steen waar op een, op het eerste gezicht, donker blauw fluoriet kubusje zichtbaar was tussen de modder die het stukje bedekte. Thuis werd alles verder uitgezocht en potentieel interessante specimen werden terzijde gelegd. Er schemerde aan de zijkant nog een beetje donkerblauw en de steen werd weer terug gelegd onder het motto: "Later nog maar eens goed schoonmaken en opnieuw beoordelen". Wel... dit laatste gebeurde pas na 31 jaar.
Pyromorfiet is een lood houdend fosfaat mineraal, met als formule: Pb5[Cl|(PO4)3]. Het mineraal behoort tot de klasse van de Fosfaten, Arsenaten en Vanadaten. De 8e Klasse is enorm soortenrijk en kent ruim 400 mineralen, de meeste mineralen hebben een lage hardheid en zijn meestal goed oplosbaar in zuren. Voor verzamelaars telt vooral de vele felle kleuren die de mineralen uit deze klassen kunnen vertonen.
Granaat is een verzamelnaam voor een groot aantal mineralen die qua vorm, atomaire bouw en chemische samenstelling grote overeenkomst vertonen. De naam "granaat" is afkomstig van het Latijnse granum, hetgeen korrel betekent. De korrels van de granaatappelboom leken qua kleur op bepaalde korrels van het mineraal. Rond 1250 werd de naam granaat door Albertus Magnus ingevoerd.
"Waarom kwarts als mineraal van de maand?", zult u misschien denken; "was er niet een interessanter mineraal te bedenken"? Op de afgelopen, succesvolle, GEA-beurs was er de tentoonstelling over kwarts. Mensen die de tentoonstelling hebben bekeken, waren het er allemaal over eens: "Het is maar kwarts, maar wat een schoonheid en vormenrijkdom". Voor hen die de tentoonstelling gemist hebben, heb ik een aantal foto's en wat informatie bij elkaar gezocht over een van de meest voorkomende mineralen van de aarde.
Mottramiet is een lood, koper en zink bevattend vanadaat (= een verbinding van vanadium en zuurstof; Pb(Cu,Zn)[OH|VO4]). Mottramiet is in 1876 ontdekt en vernoemd naar het plaatsje Mottram St Andrew, Cheshire, Engeland. Latere reconstructie heeft aangetoond dat het oorspronkelijke materiaal afkomstig moet zijn van Pim Hill Mine, Shrewsbury, Shropshire, Engeland.
Gips is een calcium bevattende sulfaat mineraal met de formule: CaSO4·2H2O. Het mineraal hoort tot de klasse van de sulfaten, dat is de 7e klasse volgens de indeling van Strunz. Gips wordt vaak in één adem genoemd met anhydriet, CaSO4. Veel grote gipsafzettingen zijn gevormd uit anhydriet. De omzetting gaat gepaard met een sterke toename van het volume. Het gevolg is dat bij gips voorkomens pseudo-tektonische verschijnselen (plooiing en omhoog persen van gesteente lagen) optreden. Het mineraal was al bij de Grieken bekend.
Smithsoniet is een zink houdend carbonaat mineraal, met als formule: ZnCO3. Het mineraal behoort tot de klasse van de carbonaten en nitraten. Al in de Griekse tijd was het mineraal als zink erts bekend. De Franse mineraloog, Beudant, gaf in 1832 het carbonaat houdende materiaal de naam "smithsoniet".
Skorodiet is een ijzer bevattend arsenaat (een verbinding van arseen en zuurstof). Formule: Fe3+[AsO4] · 2H2O. Het mineraal hoort tot de klasse van de fosfaten. Deze 8e groep van de indeling volgens Strunz, bevat fosfaten (P), arsenaten (As) en vanadaten (V). De element P, As en V kunnen elkaar vervangen en hebben overeenkomende eigenschappen.
Ilmeniet is een veel voorkomend mineraal dat opgebouwd is uit ijzer, titanium en zuurstof atomen. Het hoort tot de groep van de oxiden; (verbinding met zuurstof) In formule vorm opgeschreven FeTiO3. Vanwege de combinatie Fe en Ti wordt het ook wel titaanijzer genoemd. Het mineraal is in 1797 voor het eerst beschreven. Het is vernoemd naar het Ilmen gebergte in de Oeral, Rusland, waar het in de buurt van Miass in grote hoeveelheden voorkwam. IIlmeniet bevat vaak een klein beetje hematiet of magnetiet. Grote ilmeniet kristallen zijn door die bijmenging soms zwak magnetisch.
Shattuckiet in kwarts holte met overtrek van secundair gevormde kwarts kristallen. Grootte 7x5 cm. Okatumba mijn, Kunene regio, Kaokoveld, Namibië
Shattuckiet is een koper bevattend silicaat mineraal met als formule: Cu5[(OH)|Si2O6]2. De mineralen uit deze groep bevatten een silicaat groep (SiO2) in hun chemische samenstelling. Het is een niet zo'n bekend koper mineraal dat toch al geruime tijd bestaat. Het mineraal is in 1915 voor het eerst gevonden in de Shattuck mijn, bij Bisbee, Arizona, USA. De mineraalnaam is dus verbonden aan de naam van de mijn.
In 1995 vond Paul van Wassenhove († 12-02-2013) op de storthopen van de Annabergiet vindplaats in Laurion, Griekenland, een violetkleurig mineraal (foto 1), gelegen op een brokje calciet (5x2x3cm) waarop ook smithsoniet en geel gekleurde adamiet voorkwamen. Hij meende dat het paarskleurige mineraal mogelijk cobalt-adamiet was. Paul vroeg me destijds of ik er een foto van wilde maken. Het mineraal werd in 2006 door Prof. Dr. R Vochten († 2012) geanalyseerd en het bleek mangaan-adamiet te zijn.
Jeremejewiet (ook wel als jeremejeviet geschreven) is een aluminium bevattend mineraal uit de boraat groep. Formule: Al6(BO3)5(F,OH)3. Het mineraal werd eind 1800 voor het eerst gevonden in graniet puin van de berg Soktui ten noorden van het Adun-Cholon (Adun-Chilon) gebergte in Siberië, Rusland. De kristallen werden ten onrechte aangezien voor gele beryl.
Augeliet is een aluminium bevattend fosfaat mineraal met als formule: Al2(PO4)(OH)3. De mineralen uit deze groep bevatten een fosfaat groep (PO4) in hun chemische samenstelling. Het is een al lang bestaand mineraal dat toch niet zo bekend is. Het is in 1868 door Christian W. Blomstrand benoemd. De naam verwijst naar het Griekse "auge" hetgeen staat voor glans. Breukvlakken van augeliet vertonen namelijk een hoge glans.
In de wintermaanden vindt het zoeken naar mineralen vooral thuis plaats, tenzij je naar het zuidelijk halfrond wilt reizen. Maar tijdens dat zoeken thuis, in de dozen die je na je zoektochten in de kelder had gelegd, kun je soms zeer interessante zaken tegenkomen. Deze maand heb ik een stukje gneis, slechts 5 cm groot, uit het Habachtal in Oostenrijk uitgepakt.
Mineraal van de maand. Een nieuwe rubriek waarin iedere maand een bepaald mineraal centraal staat. Deze eerste keer staat de schijnwerper gericht op: descloiziet